UWV

Met alle wetswijzigingen van de afgelopen jaren ben je als werkgever ben je verantwoordelijk voor het feit dat een werknemer arbeidsongeschikt wordt. Deze verantwoordelijkheid bestaat uit een loondoorbetalingsverplichting gedurende twee jaar. In deze periode moet ook gekeken worden naar de resterende arbeidsmogelijkheden en moet getracht worden een arbeidsongeschikte werknemer elders aan het werk te krijgen. Aan het einde van de twee jaar kijkt UWV of je als werkgever wel hard genoeg je best hebt gedaan. Als UWV vindt van niet dan kun je nog een jaar het loon doorbetalen. Dit is als werkgever een onwenselijke situatie. Als je werknemer zodanig ziek is dat hij in het geheel niet meer kan werken dan komt hij in de WGA terecht. Dit levert een verhoging van de premie die betaald moet worden aan UWV als je geen eigen-risicodrager bent. Als je wel eigen-risicodrager bent betaal je meteen de verstrekte uitkering aan UWV. Zowel voor werkgever als voor werknemer is het in dit geval erg belangrijk om te kijken of er geen recht bestaat op een uitkering krachtens IVA. Hiervoor ben je geen eigen-risicodrager en ook verandert je premie niet. De werknemer krijgt als hij echter niet meer kan werken een iets hogere uitkering. Dit is allemaal afgesproken door de politieke partijen bij de invoering van de wet WIA. Dit wil echter niet zeggen dat dit in de praktijk ook zo wordt uitgevoerd. De redenen daarvoor liggen op politiek terrein, maar als werkgever ben je er wel de dupe van.

Als je het er niet mee eens bent krijg je over het algemeen weinig gehoor. Er is reeds een hoop geld uitgegeven aan de arbodienst en aan re-integratie trajecten. Je hebt niet veel zin om nog een fortuin weg te dragen voor procedures waarvan je de uitkomst niet kent en ook niet kunt raden.

In dat geval kan Klijn Arts + Jurist B.V. van dienst zijn omdat met een juiste inzet van de benodigde middelen op het geschikte moment uit de kafkaiaanse warboel waarin je als werkgever verzeild raakt. Dit kan op zodanige wijze georganiseerd worden dat alle rompslomp uit handen wordt genomen en dat alleen het resultaat kan worden afgewacht zonder dat een hoop kosten moeten worden gemaakt waarvan het rendement van de investering niet bekend is.

De belangenbehartiging van de werkgever door Klijn Arts + Jurist B.V. in een procedure tegen het UWV behelst een volledige vertegenwoordiging van de belangen van de werkgever in het geheel van procedures dat aangespannen kan worden tegen een beslissing van UWV waarmee u het niet eens bent. Er bestaan drie procedures. De eerste is de bezwaarprocedure waarin aan UWV gevraagd wordt de genomen beslissing nog eens tegen het licht te houden en onjuistheden eruit te halen. Aan deze procedure zijn geen kosten verbonden in de zin dat een bepaald bedrag moet worden voldaan alvorens UWV zijn werk doet. De werkzaamheden in deze procedure bestaan uit een studie van de gegevens over het traject voor de beslissing van UWV. Deze gegevens worden verkregen van UWV door met machtiging van de werkgever een bezwaarschrift in te dienen waardoor de bezwaarprocedure wordt gestart. Aan de arts-gemachtigde worden vervolgens alle gegevens ter beschikking gesteld waarover UWV beschikt. Aan de hand van deze gegevens wordt gekeken naar de wijze waarop UWV tot zijn besluit is gekomen. Wanneer zaken hierin niet juist zijn gegaan wordt een aanvullend bezwaarschrift opgesteld waarin de bedenkingen tegen de gang van zaken en de genomen beslissingen worden weergegeven. Dit wordt vervolgens nader toegelicht tijdens een hoorzitting. Ook kunnen in de bezwaarprocedure nieuwe gegevens worden ingebracht die een ander licht werpen op de zaak. Indien UWV vervolgens zijn besluit wijzigt op een gewenste wijze dan is de zaak hiermee afgelopen.

De ervaring leert dat UWV hiertoe slechts zelden geneigd is. Meestal wordt een bezwaar niet- gegrond verklaard en blijft de beslissing zoals die was. Men kan zich erbij neerleggen, maar dan wordt het wel erg simpel en dan wordt u een speelbal in handen van de overheid en haar instellingen. Na studie van de gemaakte bezwaren en de reactie hierop van UWV kan men zich tot de rechtbank wenden. In dit geval moeten wel kosten gemaakt worden om de rechtbank aan het werk te krijgen. Er dient een griffiegeld van min of meer € 400,-voor een rechtspersoon te worden betaald. Een natuurlijke persoon betaald slechts € 50,-. Dit kan soms interessant zijn wanneer zowel werkgever als werknemer in bezwaar gaan. Indien beide partijen dezelfde belangen hebben is het vaak niet nodig om dubbel werk te verrichten of te laten verrichten. De noodzakelijke werkzaamheden die verricht moeten worden zijn het opstellen en indienen van een beroepsschrift en eventuele aanvullende beroepsschriften of bijkomende gegevens indien dit gewenst is; voorts moeten de termijnen waaraan de rechtbank gebonden is goed bewaakt worden. Er moet ook zorg voor gedragen worden dat voldaan aan de formele voorschriften zoals een correcte machtiging en het tijdig voldoen van de griffierechten. Het vertegenwoordigen van de werkgever op de zitting ter mondelinge behandeling van het beroep vormt een belangrijk onderdeel van de procedure omdat op dat moment rechtstreeks met een onafhankelijke rechter over de handelswijze van UWV gesproken kan worden. Nadat de rechtbank uitspraak heeft gedaan moet deze goed bestudeerd worden. Aan de hand hiervan kan eventueel nog hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep worden ingesteld. Indien dit niet opportuun wordt geacht wordt dit besproken met de werkgever. Voor een procedure bij de Centrale Raad van Beroep geldt in grote lijnen hetzelfde als voor de behandeling bij de rechtbank. Er moet bijvoorbeeld ook griffiegeld betaald worden.